Zeebaars

INDEX

"Zeebaarsvissen"
met natuurlijk aas

Auteur: Harold "Team Zeevisland"
[email protected]

Zeebaarsvissen met natuurlijke aassoorten

Al eerder is er op Zeevisland de visserij op zeebaars aan bod geweest maar dan met kunstaas en gebruik van de spinhengel, hoewel deze techniek zeer productief kan zijn geven andere omstandigheden ook vaker dan eenmalig het gebruik van natuurlijk aas prima kansen. Vaak zelfs is het de enig mogelijke manier, denkt u aan de strandvisserij op afstand, waar we met de spinhengel nauwelijks mogelijkheden hebben. Ook is het zo dat er jaren zijn dat er gewoon veel minder aasvis aanwezig is dan andere jaren. Door een natuurlijke cyclus is er het ene jaar een ware explosie van jonge haring en spiering en het nadere jaar veel minder nakomelingen. De zeebaars past zijn patroon en gewoonte razendsnel aan en zet zijn zinnen op ander voedsel dan jonge vis alleen. Zo kan het zijn dat in dergelijke jaren de vangsten met natuurlijk aas goed zijn terwijl het kunstaas faalt. De visserij op zeebaars met natuurlijk aas heeft net als de overige technieken diverse disciplines. We kunnen deze onderscheiden in de grondvisserij en het gebruik van de dobber.

De grondvisserij op zeebaars.

En met de grondvisserij wordt bedoeld het vissen op strand en dijk met gebruik van de strandhengel en bodemlood. Iedere zeehengelaar is bekend met deze manier van vissen, en als de tong of andere soorten onder de kust zijn, staan vaak de stranden vol met beoefenaars van deze visserij. Toch vreemd eigenlijk dat dit niet het geval is voor de visserij op zeebaars, of eigenlijk ook weer niet helemaal. Wie denkt op een mooie rustige zomeravond eens gericht op zeebaars te gaan vissen met de strandhengel zal bedrogen huiswaarts keren. Natuurlijk wordt er zo nu en dan wel bij toeval een mooie zeebaars gevangen op een rustige zomerdag maar helaas is de populatie zeebaars te dun om er gericht op te vissen bij deze omstandigheden. Voor het gericht vissen op zeebaars zijn omstandigheden en techniek nodig die haaks staan tegenover de visserij op andere soorten. Een mooi vlak strand bij rustig weer zal dan ook geen optie zijn, en het diepere water door over laag water te vissen al evenmin. Maar eerst een klein stukje materiaal, iedere visser is bekend met het fenomeen strandhengel voorzien van molen of reel, dus veel valt daar niet over uit te wijden. Tegenwoordig wordt er veel gebruik gemaakt van zeer lange strandhengels, 5 meter en langer, omdat op zeebaars gevist wordt onder andere omstandigheden, waar we nog op terug komen is in mijn ogen een hengel van 4- tot max. 4,25 een betere optie. Verre worpen zijn zelden nodig en bij stevige wind vist het makkelijker met een kortere hengel, ook gezien het omver waaien van steun plus hengels. Verder is een goede molen met dito slip een must, op de onderlijn komen we nader terug.

Ideale omstandigheden.

Ik zei u al geen mooi vlak strand, beter gaan we op zoek naar een strand waar zich veel muien, zwinnen en geulen hebben gevormd. Het liefst zo gevarieerd mogelijk dus met diepe stukken en zandbanken her en der, ook de eventuele aanwezigheid van golfbrekers in de vorm van palenrijen of stenen varianten is een voordeel. Waar vind u die vraagt u zich af, door simpel bij eb eens te gaan kijken wat er zich op een bepaald strand afspeelt, in alle gevallen krijgt u een prima beeld als men er de tijd voor over heeft om eens voor een sessie een kijkje gaat nemen. U krijgt niet alleen een idee hoe de bodemstructuur is op een bepaalde stek, maar ook kan met bepalen wat een goed stuk is om te gaan staan, bijvoorbeeld vlak voor een flinke mui.

Wat we verder nodig hebben is een gunstig weertype, minder gunstig voor ons maar des te meer voor de zeebaars. Een stevige zuid- of zuidwesten wind met een kracht van pak hem beet 5 a 6 Beaufort geeft een prima biotoop. Als er een flinke branding loopt over de zandbanken en muien word de bodem flink onder handen genomen door de golven, dit resulteert in veel voedsel voor onze vriend de zeebaars. Niet alleen zandspiering en krabbetjes worden uit de bodem gewoeld maar ook mesheften en andere schelpdieren komen bloot en worden kapotgeslagen. De zeebaars weet dit maar al te goed en zal van deze omstandigheden dankbaar gebruik maken om zich te goed te doen aan dit alles, en komt tot zeer ondiep en dicht onder de kust. Op de stranden in Zeeland is het water veelal bij eb direct diep en de brandinggolven zullen maar over een kort stukje het zand omwoelen.
Een betere keuze is dus om �over hoog� te vissen, als de golven over het ondiepere strand beuken zijn de omstandigheden ideaal, zo,n 3 uur voor en na hoogwater is top. Meerdere brandinggolven zullen nu veel impact hebben op de banken en muien en de tafel is snel gedekt voor de baars.

Techniek

Een niet te lange strandhengel met een molen of reel voorzien van een prima slip was al besproken, maar draag er zorg voor dat de hengelsteun stevig vast staat, voor u het weet ligt het zaakje omver, hetzij door de stevige wind of door de aanbeet van een flinke baars. Een emmer water aan de steun als ballast voorkomt veel ongerief. Als lijn is eigelijk een nylonlijn van 30- of 35/00 de beste keuze, door stevige wind en golfslag wordt het lood te vaak los geslagen bij gebruik van rekloze gevlochten lijnensoorten. Draag er wel de zorg voor dat de slip van de molen of reel afgesteld staat voordat u de sessie aanvangt, staat deze te vast zal bij een groot exemplaar de lijn zondermeer kapot getrokken worden voordat u het weet. Door hevige stroming en golfslag zijn we in veel gevallen aangewezen op (klap) ankerlood van ca. 150 tot 170 gram. Een pluspunt van dergelijk lood is ook dat er bij een aanbeet veel weerstand is, dus de haak wordt snel gezet. De geschikte onderlijn voor deze visserij is een systeem met 1 stuks wapperlijn, en deze haaklijn mag gerust 1- a 1,5 mtr. zijn. De jojo is een mogelijkheid maar zelf gebruik ik graag een onderlijn waarvan de haaklijn dubbel geclipt is. Gemini levert dergelijke onderlijnen waarbij de haaklijn eerst naar de bovenzijde wordt geclipt en vervolgens nog eens naar de loodzijde, een groot voordeel hierbij is dat de onderlijn niet te lang wordt maar er toch een haaklijn lengte ontstaat van 1 tot zelfs 2 mtr.

Het is niet eenvoudig dergelijke onderlijn systemen te omschrijven maar neemt u eens een kijkje op www.onderlijnenvooropzee.nl let u op de onderlijnen R004, R010 en R012 van Gemini Ook voor het zelf knopen van dergelijke systemen levert Gemini de gewenste onderdelen zie voor u zelf op: www.gemini-tackle.co.uk

Let u er wel op dat de zeebaars erg voorzichtig en argwanend is dus gebruik alleen kleurloze lijn soorten voor onderlijn en haaklijn, een prima keuze is Amnesia clear (9,1 kg.) of nog beter gebruik fluor carbon, dit is onder water nagenoeg onzichtbaar. Komen we bij de haak, een enkele haak in de maat 2/0 tot 4/0 is mogelijk maar beter is om gebruik te maken van 2 stuks haken. Omdat we met relatief groot aas vissen en de baars ook de andere zijde van het aas kan kiezen, dus het gedeelte waar geen haak aanwezig is zal deze bij weerstand direct loslaten. De pennelrig ofwel dubbele haak is hier een passend antwoord op, 2 stuks haken op dezelfde haaklijn aan weerszijde van het aas gemonteerd geven meer kansen. Een 2/0 tot 4/0 haak aan het uiteinde van de lijn en een haak in een maatje kleiner los op de haaklijn, vervolgens het aas op de haak en haaklijn schuiven, de 2^e haak tot vlak boven het aas 3 a 4 wikkelingen om de haaksteel en inprikken door de andere zijde van het aas en u heeft een aasaanbieding die ongeacht vanaf welke kant het genomen wordt doeltreffend inhaakt. Als hoofdhaak, dus onderaan de haaklijn gebruik ik graag een haak met weerhaakjes op de steel, maar gebruik zo,n haak niet voor de 2^e waar de lijn enkele slagen om gewikkeld wordt, de weerhaakjes zullen de lijn beschadigen of zelfs doorsnijden. Als laatste, gebruik vlijmscherpe haken van een goede kwaliteit.

Aassoorten

Een van oudsher zeer gewaardeerd aas door de specialisten is zachte krab en of pelkrab. De z.g.n. pellers zijn krabben die in het eerste stadium zijn gekomen van verschaling, het nieuwe pantser is in de maak en binnen afzienbare tijd wordt het oude afgeworpen. Zachte krab is z,n oude schaal al kwijt maar het nieuwe moet nog verharden. In beide gevallen is dit aas niet of nauwelijks verkrijgbaar, dus zelf zoeken is het devies. Om die rede ga ik dan ook niet te ver in op dit aas omdat het voor veel vissers zeer moeilijk om het te bemachtigen. De zager is wel voor een ieder eenvoudig te verkrijgen en een prima aas voor de zeebaars. Mijn voorkeur gaat uit naar grote steekzagers, met als goede tweede kweekzagers, 2 of 3 kweekzagers achter elkaar op de haak en haaklijn vormt een prima aas aanbieding. Pieren is ook mogelijk, en in sommige gevallen net zo vruchtbaar maar mijn voorkeur gaat uit naar de zager. Het is ook zeker de moeite waard om op stranden waar zich van nature veel mesheften bevinden dit aas te gebruiken, of in combinatie met ander aas. Een cocktail van zager en het vlees van de mesheft boekt vaak goede resultaten, ook de combi zager/pier is een goede optie.

Bij de visserij op baars is het niet productief om maar zo ver als mogelijk te werpen, en te proberen het diepere water te bereiken. Juist bij hoogwater en een stevige bries op de kant zal de baars zich bevinden in de muien of net achter de branding. En soms is een worp van 50 a 60 mtr. voldoende om het aas juist aan te bieden in een dergelijke mui. Gevarieerd vissen, geeft meer kansen, werp met de 1^e hengel zo net achter de branding en met de andere korter bij in bijvoorbeeld een mui. En natuurlijk zullen er dagen zijn dat ze het gewoon niet doen, om weke rede dan ook, maar wie volhoud en gericht op de zeebaars vist heeft beslist goede kansen om wel een succesvolle dag te beleven en meerdere baarzen te vangen. En wat betreft de Oosterschelde daar zullen zeker ook mogelijkheden zijn om op de grond op baars te vissen, zeker de ondiepere platen waar oesters- en mosselbedden voorkomen kunnen prima stekken vormen. Maar over het algemeen zal de Oosterschelde meer uitdagen om het eens met de dobber te proberen.

Dobberen op zeebaars

Naast het vissen met natuurlijke aassoorten op de grond is er ook de optie om het aas zwevend aan te bieden met behulp van een dobber. Een gelijksoortige manier van vissen zoals we dat ook wel kennen van de visserij op geep, maar dan wel met een andere techniek en andere aassoorten. Geen zware strandhengel, maar een zeebaars/geep hengel met een lengte van desgewenst 3,60 tot een meter of 4 en een pittige actie, een te slappe hengel verdient niet mijn voorkeur. Een hengel met een werpvermogen van ca. 60- tot 120 gram is een goede keuze, maar er kan ook gekozen worden voor een karperstok in de 2 of 2,1/2 lb klasse, zo lang deze niet te slap is kunnen we hier ook prima mee uit de voeten. Als molen voldoet een klein model zoals we ook op de strandhengel gebruiken of een zware spinmolen in de 600/800 klasse, in beide gevallen is het van groot belang dat de molen is voorzien van een zeer goede slip. Als lijn kan er gekozen worden voor nylon of desgewenst gevlochten lijn, zelf gebruik ik een goede kwaliteit nylon lijn van 30/00. Mijn voorkeur voor nylon heeft alles te maken met de manier waarop er gevist wordt, dit zal in veel zo niet alle gevallen dicht onder de kant zijn in de nabijheid van stenen of basaltblokken, nylon is beter bestand tegen schuren vandaar, kiest u toch voor een gevlochten lijn gebruik dan zeker een voorslag van nylon. Met nog wat dobbers, haken en een doosje knijploodjes zijn we al een aardig eind op weg.

Gezien het feit dat we meestal vlak onder de kant vissen, zelfs tot tegen de stenen/blokken aan doet u er goed aan een kleine dobber te kiezen, klein omdat deze weinig weerstand biedt, de zeebaars is wantrouwend en sluw, bij de minste weerstand laat hij het aas los. Er zijn diverse modellen dobbers in de handel van ca. 7 a 10 gram, waar het loodgewicht al gemonteerd is onder het drijflichaam, dus kant-en-klaar uitgelood. Omdat het beste tijdstip voor deze visserij de avond en nachtelijke uurtjes zijn doet u er goed aan een dobber te kiezen waarvan de antenne van de dobber los is en kan vervangen worden voor een breek staafje, hier komen we nader op terug. Het hangt een beetje af van de diepte van de stek waar we vissen maar in veel gevallen is een haaklijn van 1,5 tot 3 mtr. voldoende, wel weer van kleurloze nylon of nog beter fluor carbon, deze is in water nagenoeg onzichtbaar. Is het nodig om op een nog diepere afstand te vissen, dan kan er ook men ook een schuifdobber gebruiken met op de lijn een stuitje. Als haak voldoet een 2/0 tot 4/0 maar wel van een sterke en zeer scherpe kwaliteit, een zeer goede keuze is de Kensaki 5030-B deze is beresterk en vlijmscherp. Echter als u gebruik maakt van een pennel ofwel een dubbele haak waarvan de tweede haak boven het aas dienst doet, kies dan voor de bovenste haak een model zonder weerhaken op steel, of knijp ze plat, anders beschadigen de weerhaken uw haaklijn. Al naargelang de lengte van de haaklijn en de stroming kan er zo,n 30 cm. Boven het aas enkele loodhageltjes gemonteerd worden, zodat het aas op diepte blijft.

Verder is de montage even simpel als doeltreffend, de meeste dobbers zijn voorzien van een oogje aan de onderzijde, men kan deze direct aan de hoofdlijn knopen of desgewenst met een kleine wartel monteren, en vervolgens aan hetzelfde oogje of wartel de haaklijn.

Aassoorten

Tja, hier geldt eigenlijk hetzelfde als voor de visserij met de strandhengel, zachte krab is een topaas, en ook (zand)spiering is perfect, maar helaas moeilijk te bemachtigen. Maar goed ook de zager is een prima optie zowel de kweek-maar ook de steekzager is voor een ieder eenvoudig en altijd verkrijgbaar, mijn voorkeur gaat uit naar de steekzager en dat mag best een flink exemplaar zijn. De aasaanbieding kan op 2 manieren, allebei met een voordeel en een nadeel. Veel baarsvissers nemen een zager en prikken de haak net achter de kop, op deze wijze wappert de zager op een natuurlijke wijze door het water en zo veel aantrekkingskracht uitoefent op de zeebaars. Het nadeel van deze manier is dat de zeebaars de zager pakt en als men even niet oplet de lijn strak zwemt en met een halve zager er vandoor is zonder dat de haak gezet is, en geloof me dit gebeurt in een oogwenk. Om dit te voorkomen is het een goede optie om met de beugel van de molen open te vissen, zodra de zeebaars aanbijt geeft u enkele meters lijn en sla pas aan na enkele seconden gewacht te hebben, klinkt eenvoudig maar is het niet, heel vaak is men toch geneigd te snel aan te slaan met een misser tot gevolg. De tweede mogelijkheid is met de pennel of dubbele haak, dus nu wel met gebruik van een aasnaald de hele zager over de haak en haaklijn en als laatste de tweede haak enkele malen op de lijn wikkelen en aan de andere zijde van het aas inprikken. Een minder natuurlijk bewegend aas maar wel doeltreffender, als de zeebaars het aas aan een uiteinde pakt kan er direct geslagen worden en de kans op een treffer is optimaal.

Omstandigheden en tijdstip

Zo maar ergens aan de dijk plaatsnemen en daar zeebaars verwachten is zoeken naar een speld in de bekende hooiberg, natuurlijk zou je er een verdwaalde kunnen tegenkomen maar daar heb je het dan ook wel mee gehad. We moeten op zoek naar plaatsen waar veel stenen, blokken of andere obstakels zich onder water bevinden. Het liefst grote basaltblokken of stenen waar de zeebaars graag tussen of in de nabijheid vertoeft om zich te voeden met krabbetjes, visjes en al wat hem aangeboden wordt tussen de keien. Maar het zou na�ef zijn om te denken dat dit een succes formule is om eens wat zeebaarzen aan de haak te slaan op ieder moment van de dag. Neen, de altijd alerte en voorzichtige zeebaars zal het vooral verkiezen om zo dicht onder de kant te komen op tijdstippen dat het stil is. Vroeg in de morgen kan en dan bedoel ik heel vroeg, voor dag en dauw, maar ook zeer goede kansen bieden de avond en nachtelijke uurtjes, juist dan waagt de zeebaars zich tot vlak voor de kant en tussen de blokken. Niet alleen voor de zeebaars visserij maar voor alle soorten visserij geven de dagen rond springtij betere resultaten dan de dagen rond doodtij. Bij springtij is er een grotere water verplaatsing, en dus meer stroming in het water, zo goed als alle vis reageert hierop en is actiever, zo ook de zeebaars. In veel gevallen zal het beste tij zo,n 2 uur voor en na hoogwater zijn, dit omdat dan de stenen of blokken voor het grootste deel zich onder water bevinden. Een aardige bries op de kant is prima, er wordt nu immers flink op de stenen en of blokken ingebeukt en het voedsel wordt losgeslagen, zijn de golven echter echt groot bij storm of veel wind, dan zal ook de zeebaars veiligere oorden verkiezen, en verdwijnen. Op veel plaatsen in de Oosterschelde vindt men strekdammen waar zich op de koppen enorme steenstorten bevinden, maar ook op andere plaatsen vind men dergelijke obstakels onder water, en ook de vele oesterbanken vormen prima mogelijkheden. Natuurlijk is de ene stek de andere niet maar mogelijkheden zijn er voldoende rond de gehele Oosterschelde.

Techniek

U zult het al begrepen hebben, het is zaak het aas dicht tegen de stenen, blokken of andere obstakels aan te bieden, en vaak is dit dus op korte afstand van de kant. Of het moet zijn dat u een oesterbank of dergelijke bevist, dan zal er verder geworpen moeten worden. Maar vooral in de avond en nachtelijke uren kan de zeebaars prima bevist worden op zeer korte afstand onder de kant, waar zich steenstorten bevinden. Laat door de stroming de dobber rustig langs de stenen hobbelen en varieer eens wat met de diepte waarop het aas wordt aangeboden, soms aast de zeebaars diep en soms minder diep. Draag er wel zorg voor dat de slip voor de sessie juist is afgesteld, voldoende vast om de haak te kunnen zetten, maar los genoeg om lijnbreuk te voorkomen. Doet men dit niet voor de sessie, en men haakt een flinke zeebaars, dan zal het een kwestie van seconden zijn en u bent een illusie armer, tijd om nu de slip te corrigeren is er niet, al in de eerste run bent u het hele zaakje kwijt. Zeker omdat er vlak voor de voet gevist wordt en de zeebaars van nature zeer voorzichtig en schuw is, is het zaak om hier extra alert op te zijn. Maak geen herrie en ook opvallende, lichte kleding is uit den boze, gegarandeerd dat de baars het minste onraad opmerkt en is verdwenen. Gebruik nimmer een lamp bij sessies in de avond en nacht, nu brengt de dobber waar een breekstaafje in geplaatst kan worden uitkomst. Zelf gebruik ik alleen een hoofdlamp mocht er zo nu en dan licht nodig zijn voor o.a. nieuw aas op de haak te zetten etc., maar wend de lichtbundel naar de kantzijde en niet richting water, anders wordt de zeebaars gegarandeerd gealarmeerd. Biedt u het aas aan door het met 1 haak achter de kop in te prikken doet u er goed aan om de beugel van de molen open te zetten, verdwijnt de dobber in de diepte, sla beslist niet direct aan, wacht enkele seconden en geef zo nodig wat lijn, na 4 a 5 seconden de beugel dicht, strak draaien en aanslaan, niet snoeihard maar wel zonder te aarzelen. Gebruikt men echter dubbele haken aan weerszijde van het aas (pennelrig) dan kan men wel zo goed als direct aanslaan, wacht heel even tot de dobber daadwerkelijk de diepte in verdwijnt en sla aan.In alle gevallen is de aanbeet overduidelijk en verdwijnt de dobber in een flits de diepte in. Vermijd paniekreacties maar wees behoedzaam, hopelijk vlucht de baars richting open water, draag er ten alle tijden zorg voor dat de lijn strak blijft, klinkt logisch maar is niet altijd even eenvoudig. Vaak ziet men na de eerste run als de zeebaars weerstand voelt dat deze zich in een flits omdraait en (snel) richting wal vlucht, een snelle molen biedt nu voordelen om adequaat te reageren en snel de lijn binnen te draaien om contact te blijven houden met de vis. Het spreekt voor zich dat en schepnet uitkomst biedt en veiliger is om op moeilijke plaatsen met veel stenen en of blokken de vis te landen. Helaas verkiest de zeebaars na een aanbeet ook geregeld om tussen de blokken te verdwijnen, nu kunt u trekken wat u wilt maar het resultaat zal in de meeste gevallen een kappot geschuurde lijn zijn. Beter is om de lijn totaal slap te laten vallen en geduldig te wachten tot de baars bekomen is van de eerste schrik, deze zal vroeg of laat zijn schuilplaats verlaten en dan pas bent u aan de beurt om alsnog de strijd aan te gaan. De visserij op grotere afstand, op oester of mosselbanken is zo goed als gelijk als aan de visserij kort voor de blokken c.q. stenen met dien verstande dat het wel een must is om de lijn strak te houden en niet in een grote lus als de dobber over de banken drift. Werp stroomopwaarts en naarmate de dobber omstroomt draait u de lijn mee zodat een grote lus vermeden wordt. Dit om te voorkomen dat de lijn in een grote lus loopt en men niet gericht kan aanslaan, immers men moet eerst de lijn strak draaien en vaak geeft dat al zoveel weerstand zodat de zeebaars het aas los laat. Net zo als bij alle andere soorten visserij zijn er dagen dat ze het doen maar helaas ook dagen dat het minder of zelfs niets is.

Toch is het zeer de moeite om het misschien elders of mogelijk op een ander tijdstip of bij een ander getijde het nog eens te proberen, voor de volhouders komt vroeg of laat de beloning in de vorm van een schitterende zilveren krachtpatser. Wedden dat u wederom naar uw zeebaarshengel grijpt om er nog wat uurtjes aan te spenderen. Zeebaarsstekken waar goed gevangen wordt zijn al even onberekenbaar als de soort zelf, wat vandaag een topstek is, is morgen over, dus vraagt u mij daar niet naar. Ook geef ik deze informatie niet om stroperij geen kansen te bieden.

Maar voor alle andere vragen en of opmerkingen kunt u van mij altijd een antwoord verwachten.

Harold
Team Zeevisland
[email protected]

INDEX

==========================================================