Reinier, Reinout & Respect.

Beste hengelsportvrienden,

Werkelijk práchtig visdagje, gister 27/3. Door O-wind een niet verwachte, maar toch heel behoorlijke bijtlust. En ook nog eens een diversiteit aan soorten; dat kan alleen maar in voor- en najaar. Eerste worp al een hele beste bot. Haak gelukkig voorin de bek, dus: zwemmen maar ! Immers: we eten alleen bot, als het mot. Daarna met grote regelmaat nog meer botten en botjes, afgewisseld door meerdere wijtingen (ook maatse), bolken en scharren, en nog een vuile schar, meun en zelfs een vroege, net niet maatse zeebaars. Tel daarbij op een prachtig weertje en bijna geen wind; da’s Genieten met een hoofdletter. Volledig eens met de uitspraak van Piet Römer van 50 jaar geleden: Er is maar één ding dat ik niet zou willen missen, dat is …… Juist.
Na een half uur, tijdens het binnen draaien van 2 stuks aan de 2 haaks onderlijn, komt Reinier de reiger langs. Een meter links komt hij mij gezelschap houden. Weliswaar is hij niet erg spraakzaam en zich voorstellen is er ook niet bij, maar beide viskoppen worden met smaak geconsumeerd. Die kop moet er toch af, en meteen na de vangst is wel zo ethisch; daarover direct nog iets meer. Een kwartier later later komt zijn broer -waarschijnlijk is dat Reinout de reiger- rechts van mij staan, óók al op hooguit een meter afstand. Omdat de bijtlust uitstekend is en blijft, zijn 2 stuks in één keer meer regel dan uitzondering. Da’s wel zo prettig; zo kan ik beide reigers te vriend houden.
Over ethiek gesproken: ik mag graag een hengeltje uitgooien, een stukkie schrijven en een artikeltje lezen. Soms blijft, wat dat laatste betreft, een wrange nasmaak hangen. Als ik zie hoe vanaf de boot een fraaie schol wordt gevangen, dan is duidelijk dat aan zo’n vis genoegen wordt beleefd. Men offert een deel op van de nachtrust, men bereidt zich voor en men spendeert geld aan (peperdure) brandstof en aas. Die vis is dan de uiteindelijke beloning waar men trots op is. Trots die men met de hele wereld wil delen d.m.v. een foto op internet. Als ik dan een foto zie waarop die schol gestript blijkt te zijn en vele wijtingen door een gruwelijke verstikkingsdood aan hun einde zijn gekomen, dan zakt m’n broek hier van af. Door dat strippen wordt een vis levend van de ingewanden ontdaan, en blijft daarna nog geruime tijd in leven. Een lijdensweg die met geen pen te beschrijven is. De behandeling van wijtingen die men bewust laat creperen, gezien de wijd opengesperde bekken, is ook weerzinwekkend wreed en volkomen zinloos.
De vele moeite om die vis te kunnen vangen, staat in geen enkele verhouding tot de moeite van het geven van een genadeklap (tik op de kop of kop eraf). Toch zijn er nog steeds mensen , die bovenstaande redenering met geen mogelijkheid kunnen volgen.
Zijn lui die trots poseren met gruwelijk mishandelde vis nu lompe sadisten ? Ik zou in eerste instantie “JA” willen zeggen, maar ik denk, dat het iets genuanceerder ligt.
Men staat waarschijnlijk geen milliseconde stil bij het leed, dat men de vangst aandoet. Deze handelwijze is voor sommigen volstrekt normaal. Dat blijkt al uit het feit, dat men zichzelf zonder de geringste gene wil terugzien op het internet, samen met de mishandelde vangst. Dat vissen geen stembanden hebben, is betreurenswaardig. Nog betreurenswaardiger is het feit, dat er nu eenmaal simpele zielen zijn, die nog nóóit verder hebben gekeken dan hun neus lang is. Terwijl de sportvisserij nog wel bij uitstek de meest geschikte sport is, om je gedachten eens te laten gaan over alle zaken des levens, dus ook over de omgang met de vangst. Hun omgang met de vangst wordt niet gekenmerkt door respect, maar door volkomen respectloosheid.
Als ik zó zou “moeten” vissen, dan zette ik mijn hengels meteen op Marktplaats.
Het is toch normaal, dat iemand zijn verstand gebruikt en er een bepaalde mate van mededogen op na houdt; hoe moeilijk kan dat zijn ?
Afsluitend zou ik willen zeggen: bovenstaande lui zijn een minderheid. Gelukkig maar ! Maar het neemt niet weg, dat ik aan of op het water bij misstanden een opmerking maak. Meestal neemt men dit ter harte. En mocht er een enkeling zijn die zegt dat hij mij thuis komt opzoeken (is een keer gebeurd bij de centrale; voor ingewijden is nadere uitleg overbodig), dan is mijn standaardopmerking: Okay, breng jij de koekjes mee, dan zorg ik voor een kopje thee !

Laurens