De eerste keer

Ik kan een nieuwe vissoort toevoegen aan de lijst.
Je moet er wat voor over hebben. Te voet een 45 minuten lopen, maar gelukkig is het met de fiets doenbaar: tiental minuten fietsen en dan een klein kwartier te voet. Dan ben je er ook, aan de Belgische kant van de Zwingeul. Door de moeilijke bereikbaarheid is het er altijd rustig of je moet van de parking aan Cadzand een kwartiertje te voet gaan en rond laag water de geul oversteken en op tijd terugkeren.
Ik had enkel zagers bij van de bekende zaak in Cadzand. Je vangt aan de Belgische kant geen grotere of meer vissen dan aan de Nederlandse kant, ik wil gewoon geen honden die aan de aasdoos komen snuffelen, mensen die tegen de lijnen lopen of zwemmers die door je lijnen heen zwemmen. Voor een praatje ben ik wel te vinden, nieuwsgierigheid lijkt me geen ondeugd.
Ik had bij laagwater een dieper grindgeultje ontdekt waar het water nog stevig stroomde, het helderder was dan elders en ik hoopte daar op zeebaars. Ik was eerst met een lichte stok, en een loodje van 100 gram in de monding gaan vissen wat resulteerde in een viertal scholenbaarsjes. Toen het water weer opkwam; verkaste ik naar het geultje legde ik mijn aasjes op anderhalve meter van de kant, zette mijn hengel zo’n dertig meter van het water af en ging om de rest van de spullen. Toen ik terugkwam lag mijn hengel te zwiepen, en na een tiental minuten drillen kon ik mijn eerste harder landen, een exemplaar van 53 cm. Aan een zager nog wel. Verder kwam er nog een scholenbaarsje aan de kant. En twee krabben, want die zitten daar opgestapeld. Grtz, Gilbert

gilbert