INDEX |
TERUG |
"Langeland"
Augustus 2007
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Al
enige jaren kiezen we de zomerperiode uit om een bezoek te brengen aan het
Deense eiland Langeland. En met de jaren groeide de overtuiging dat juist
dan de visserij in de Langelandbelt zijn hoogtepunt beleeft. Vorig jaar
overtrof al onze verwachtingen. Maar dat het nog beter kon? Onze 8e
editie werd een waar kabeljauwfestijn !!
Medio
Augustus was het in grote delen van Europa nog steeds armoe troef met het
weer. Maar het zuidoosten van Denemarken kwam er toch echt niet zo slecht
van af. De meeste dagen lag de temperatuur ruim boven de 20 graden en met
een zwak tot matige wind was het weer heerlijk vertoeven op het water. De
eerste dag zijn we richting Bermuda-driehoek gevaren omdat we daar de
laatste jaren goede vangsten wisten te boeken. Ook nu kwamen er weer mooie
vissen binnen. Maar vreemd genoeg leverde onze co�rdinaten van het jaar
ervoor weinig vis op. Zo zie je dat je elk jaar weer opnieuw moet investeren
in het lokaliseren van scholen kabeljauw. Maar dat is misschien maar goed
ook.
De
dag erop zijn we richting zuiden gevaren. Een mijl voorbij de groene paal
maakten we onze driften aan de oostkant van de vaargeul. Het moment dat we
alle vier met een kromme hengel staan, betekent dat we weer een echte
hotspot gevonden hebben. We leggen het co�rdinaat direct vast in de GPS en
proberen de drift te herhalen. Er blijkt hier een heuvel in de vaargeul te
liggen met een verloop van 42 naar 36 meter. Een harde stroming en een
aantrekkende oostenwind maakt het alleen moeilijk de juiste drift te vinden.
Maar eenmaal gevonden is het meteen weer raak. Hier zijn schitterende gullen
te vangen tussen de 6 en 12 pond. Omdat de driftsnelheid te hoog wordt,
roepen we de hulp van de motor in. We varen ongeveer 200 meter
stroomopwaarts voorbij het co�rdinaat. We blijven nu tegen de
stroomrichting invaren met een snelheid die iets lager ligt dan de stroming.
Zodoende zakken we langzaam stroomafwaarts af over de stek met een snelheid
van 1 a 2 km/u. De kabeljauwen liggen lekker achter de bult uit de stroom en
knallen met geweld op onze rood/gele shads. Dit blijkt dus een zeer
effectieve methode te zijn bij dagen dat het te hard stroomt, echter het
nadeel is dat iemand zich moet opofferen om te varen.
De
dag erop maken wind en stroming het vissen haast onmogelijk. Er hangen
bovendien een paar fikse buien in de lucht. Met driftsnelheden oplopend tot
6 km/u gaat het allemaal veel te hard met de bovenstroom en daardoor is er
bijna geen vis te vangen. Ook met de hulp van de motor is het een onbegonnen
zaak. We gaan vroeg het water af om het in de avond nog even te proberen. In
de avond blijven we korter bij de haven ter hoogte van de gele paal. Als we
onze shad naar de bodem laten zakken, worden we maar weer eens
geconfronteerd met het fenomeen stroming. Zelfs het kleinste shadje houden
we nu met gemak aan de bodem. Verbazingwekkend dat in enkele uren tijd de
bovenstroom volledig weg is. Het enige verschil is dat de wind westelijk is
geworden en we maken nu een drift dwars over de vaargeul. Op het moment dat
we aan de oostkant van de geul omhoog kruipen richting de 28 meter is het
raak. De volgende hotspot is gevonden en we leggen het snel vast in de GPS.
Hier pakt Henny een aantal prachtige vissen tussen de 10 en 12 pond. Ik
blijf een beetje achter met vissen tussen de 5 en 8 pond maar uiteindelijk
mag ik nog even de strijd aangaan met een kabeljauw van bijna 16 pond. We
hebben weer een schitterende stek ontdekt waar we de dagen erop nog veel
plezier aan zouden beleven.
De
dagen erop hadden we dus keus uit een 2-tal superstekken. De stroomsnelheden
waren nu laag en daardoor konden we perfect de stekken afkammen. Oostelijk
van de gele paal beleven we een monsterdag met een groot aantal forse
kabeljauwen. Alleen de vissen boven de 65 cm. bereiken de fileertafel. De
GPS is weer van essentieel belang om de kabeljauwkolonie keer op keer terug
te vinden. Rood/gele shads gaan er weer in als zoete koek. Maar ook de
Noorse gummi-macks als bijvanger in de kleuren rood en geel vangen als een
beest. Maar natuurlijk gaat het ook om de juiste actie. Het gaat echt niet
allemaal vanzelf, je moet voortdurend bezig zijn met opstroom inwerpen en je
kunstaas naar je toe vissen. Probeer steeds met rukjes je shad zo�n halve
meter tot een meter los te laten komen van de bodem. Maak daar geen 2 meter
van zoals ik vele Duitsers zie doen. Beperk het hooguit tot een meter en
laat het shadje in de vrije val naar beneden zakken. Keer op keer is dit het
moment dat de kabeljauw in de verleiding komt om agressief toe te slaan. Een
kabeljauw is nou eenmaal lui en probeert met zo weinig mogelijk energie zijn
prooi te verschalken door deze op zijn zwakste moment, de vallende beweging
dus, te verschalken.
Een
dag later doen we het nog eens dunnetjes over bij onze zuidelijke stek
achter de groene paal. Hier is het eveneens een gekkenhuis omdat we
prachtige driften met lage snelheid over de onderwater heuvel kunnen maken.
En op momenten dat we alle vier tegelijk een dikke gul binnen staan te
draaien, ontstaan er wat logistieke problemen. We komen handen tekort om het
schepnet te bedienen. Ik ga het tafereel maar eens op mijn gemakje filmen.
Zodra het co�rdinaat weer in zicht komt op de GPS is het wachten op de
eerste aanbeet. Het is net domino want al snel staan er 3 hengels te
stuiteren. Willem gaat maar eens wat experimenteren met krabben die hij in
de haven heeft gevangen. De krab wordt aan een lange wapperlijn al slepend
over de bodem al snel naar binnengewerkt door een dikke gul. Ook deze
methode is dus effectief. Niet vreemd overigens want bij het fileren komen
we hoofdzakelijk rode krabben tegen in de maag. Uiteindelijk nemen we een
30-tal kabeljauwen tussen de 6
en 12 pond mee naar huis. De rest verlenen we nog een jaartje uitstel. Na
deze 2 monsterdagen is de vrieskist vol gevist met heerlijke verse
kabeljauwfilets.
Ook
konden we deze vakantie nog 2 vissoorten aan onze Denemarken lijst
toevoegen. Ik heb ooit gedacht dat er geen makreel in de Langelandbelt zwom,
maar zowaar ving ik een vechtjas op de bijvanger tijdens het binnenvissen.
Zo komen dus weldegelijk voor maar de spoeling is dun. Ook vingen we dit
keer een paar lengen van rond de 70 cm. Ik had ooit gelezen dat dit slanke
broertje van de kabeljauw hier met name in de zomermaanden te vangen was,
maar dat was ons tot op heden nog niet eerder gelukt. Je moet hiervoor wel
op de diepste delen van de vaargeul vissen om een kans te maken.
Na
een paar intensieve visdagen is een dag met wind en regen welkom. We brengen
een bezoekje aan Bagenkop en de steile kust bij Gulstav Klint. We sluiten
onze visloze dag af met een hapje eten in Rudkobing. Maar na een dagje
relaxen keert de honger naar de aanbeten van de Deense vreetmachines snel
weer terug.
Het
weer is snel opgeknapt en de laatste 2 visdagen vermaken we ons oostelijk
van de gele paal. Het klinkt eentonig maar het is wederom een groot
kabeljauwfestijn. Henny is uiterst effectief met zijn gele gummi-mack als
bijvanger. Eerst vangt hij een 14-ponder en even later een 19-ponder die de
shad aan zich voorbij laat gaan en de aanval inzet op de bijvanger. Door
zijn getordeerde haak maakt de gummi-mack een roterende beweging in het
water wat kennelijk een grote aantrekkingskracht heeft op zelfs de grootste
vissen. Ook hier is mijns inziens de grap dat de roterende beweging een ziek
zwak visje nabootst. Juist dit is een makkelijke prooi voor de kabeljauw. De
vis wordt thuis zorgvuldig gemeten want nu moet die magische metergrens een
keer overschreden worden. Maar na de zoveelste meting komen we echt niet
verder dan 99,5 cm. De kabeljauw melden we aan voor de �Fange der Woche�
bij Angelzentrum Langeland. Zonder enige schaamte doet Henny het de laatste
visdag nog maar eens dunnetjes over. Wederom vangt hij een 19-ponder. Ook
deze haalt de magische meter net niet.
Met
het kabeljauwbestand in de Langelandbelt zit het dus wel snor. Hier kun je
nog echt grote kabeljauwen vangen. Wel is het zaak dat je je materiaal goed
afstemt op de omstandigheden. Probeer altijd het gewicht van je jigkop of
pilker zo te kiezen dat deze als het ware �gedragen� wordt door de
stroming. Zolang je het gevoel met de bodem hebt, is het goed. Ga pas
zwaarder vissen als je het contact met de bodem verliest. Let wel, geen
bodem is geen kabeljauw. In tegenstelling tot Noorwegen vang je de kabeljauw
alleen als je je kunstaas over de bodem laat dansen. Het heeft dus geen zin
om enkele meters boven de bodem te vissen. Zorg dat je voldoende gewichten
bij je hebt, vari�rend van 60 tot 120 gram bij weinig stroom en van 120 tot
wel 300 gram bij matig tot veel stroom. Zo kun je altijd anticiperen op de
veranderende omstandigheden. Verder is de GPS van onze
Limbo699 van enorme waarde gebleken om zo de hotspots keer op keer terug te
vinden. We hebben maar weer eens mogen ervaren wat een geweldige
vismogelijkheden Langeland heeft. Helaas was de kabeljauwvisserij met licht
materiaal weer zo verslavend dat we er niet aan toe zijn gekomen om
gericht op platvis te vissen. Want ook op dit gebied kan de sportvisser zich
hier uitleven. Dat zetten we dan maar weer op het programma voor 2008. Rest
mij u nog te melden dat indien u vragen hebt over Langeland, ik altijd
bereid ben mijn kennis en ervaring met u te delen. Dus mail gerust!
Chris
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ook een
Visvakantie naar Denemarken ?
Klik hier voor de vakantiehuisjes
>>klik<<
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
�
copyright 2010 Zeevisland.com, alle rechten voorbehouden
Disclaimer
INDEX |
TERUG |