Merlangius merlangus
Dishoek 15 november
De weersvoorspellingen kwamen deze keer helemaal uit. Walcheren was deze zaterdag zowat de enige droge plek van heel Nederland. En met een lichte oostenwind in de rug én veelbelovende vangstberichten in het achterhoofd startten we om 15.30 met onze vissessie. Laag om 17.15 en een overvolle aasbak met mooie pieren en een handjevol zagers van Dixhoorn. Vanaf de eerste draai vis. Slechts twee worpen waren visloos. Dat waren de try outs op korte afstand (50 meter). Dus maar ver gooien.
In dit soort sessies vragen we ons altijd af hoeveel wijtingen er wel niet rondzwemmen aan de Nederlandse kust. Dat moeten er honderdduizenden, misschien wel miljoenen zijn. Misschien geven de volgende citaten hierop een antwoord. Ze komen uit een rapport van de Stichting Geïntegreerde Visserij uit 2019.
“ De vruchtbaarheid varieert naar schatting van 200.000 eieren bij kleine vrouwtjes tot meer dan 1 miljoen eieren
bij grote individuen”. En: “Kustwateren als de Scheldemonding en de Waddenzee zijn kraamkamer voor jonge
wijtingen”.
De enige afwisseling bestond uit vier scharren en, in de laatste draai, een mooie zeebaars. Vergeleken met vorig jaar waren wel veel meer wijtingen maats. We hebben gevist tot 19.30. Een aantal maatse wijtingen en de scharren zijn meegegaan voor de pan.
Moe en zeer voldaan zijn we weer teruggereden naar Breda en Utrecht. Voorbij Goes begon het weer te regenen.
Don (Utrecht) en Sacco (Breda)
