Vandaag moest het lukken: beetje zuidwestenwind, stralend weer, stroming genoeg. De vorige koude nachten waren hopelijk net koud genoeg om de wijting te verjagen en de schar hier te houden. Ik was deze week al een keer op de Jetée St-Pol geweest, niet zo gek ver over de grens, Dunkerque, aan het einde van de Digue du Braek. Daar werd het niks. Er zat zeker een man of tien. Niemand ving wat; op een enkele ondermaatse wijting na zag ik nergens wat bovenkomen. Maar: er was een zandzuiger uit Sliedrecht bezig, het was doodtij, er zwommen twee zeehonden rond, er stond een flinke golfslag…in troebel water vissen…ik had argumenten zat, ik kon er eentje uitpikken om de nul op het bord te verklaren.
In Knokke stond er wél stroming. Zolang die er was met afgaand water ving ik geen staart. Eens de kentering intrad, kon ik toch drie maatse scharren en een ondermaatse wijting aan de kant brengen. En toen moest ik weer van de golfbreker af, de golven sloegen over de kop en de put achter me liep al aardig vol. Je hebt er een waadpak vandoen om tijdig terug te geraken. Ik viste met diepvriestappen en gezouten pieren, met een loodje boven en onder de haken, met afhouders om het zaakje tegen de grond te houden. Viste met een stok uptide de andere korter bij tot de stroming wat minderde. Met de kentering recht voor me uit. Drie uur gevist, vier exemplaren. Maar ik mocht nog binnen thuis.
Gilbert