Van Knokke tot helemaal aan het Zwin liggen muien, zwinnen en golfbrekers te wachten op vissers. Is het te ver voor de meesten, zijn ze te moeilijk begaanbaar, of bleken mist en koude de spelbrekers? Ik had er al eens eentje gemonsterd, was er toen enige uurtjes gaan vissen. Ik ving toen niets, maar elders werd er ook weinig bovengehaald. De tweede keer was ik er op een verkeerd uur, had hoogwater voor laag gehouden en daar stond ik dan: geen breker te bekennen. Derde keer goede keer. Lang kon ik op die kop niet vissen, je moet eerst door een dieper gedeelte waden (tot bijna aan de knieën) voor je daar geraakt. Vandaag kon ik net iets langer dan een uur en een kwart voor laag tot een goed uur na laag veilig vissen. Ik hield een oogje op de plas een vijftig meter achter me, want het water kan daar razendsnel opkomen. Ik had weinig aas mee, gezouten en in een makreelsmaak-olie zwemmende pieren die meer leken op stukjes kebab. De diepvriestappen vertikten het dat eerste half uur om te ontdooien. IK was ook te lui om terug naar die plas te wandelen om ze een badje te geven. Van op de kop hoef je maar een goede vijftig meter ver in te werpen, en wanneer je inhaalt kun je geregeld vijf minuten apenhaar plukken, soms kreeg ik het met mijn verkleumde vingers er amper af. Met afgaand water stond er nog behoorlijk wat stroming, ondanks dat we midden tussen een spring- en doodtij zitten. Dankzij stroming en de rotzooi kon ik amper de beten zien, maar ik ving toch drie scharren en wat te kleine wijting met de kebab. Na laag beterde het, wilden de diepvriestappen meewerken. Nu kon ik de vinnige beten wel zien en ving ik er nog vier bij. Ik ving deze keer meer schar dan wijting, goed teken vind ik dat. Toen kwam het water snel op, ik had iets meer dan twee uur gevist dus werd het tijd om de pier te verlaten en op te bossen (dankjewel voor dat mooie woord Niek). Volgende week nog een keertje. Groeten
Gilbert