Cadzand Radartoren
Gisteren weer naar de radartoren, door de file in België – er zijn nog zekerheden – arriveerde ik er een half uur te laat. Het stond er al vol met vissers, ik kon gelukkig nog recht voor de radartoren naast een hoop stenen terecht, wellicht de resten van een oude golfbreker. De wind stond zuid, lekker in de rug.
Het werd een maat voor niks, ik ving twee kleine wijtingen. Ik vroeg me af of ik niet te ver gooide want bij het indraaien voelde ik onderweg telkens een grotere druk en niet enkel door de plukken apenhaar die mijn lijn een knus plekje vonden om er verder te nestelen. Met de Daiwa GS 9 (ongeveer 80 cm inhaalsnelheid) telde ik een 160 slagen voor ik mijn intacte aas weer aan de kant had, met de andere molen (Mitchell 398, inhaalsnelheid 91cm) maar een goede 110 omdat mijn onderlijn verzwaard was met extra loodjes. Ondanks de dag na springtij was er weinig stroming, het water bleek ook troebel tot ver uit de kant. Ik viste met gezouten zeepieren en gezouten tappen van Lobbezoo. Verderop zag ik eigenlijk ook weinig uit het water komen, naast mij vind een man wel geregeld kleine wijting. Zowel links als rechts zaten er ook collega’s, maar toen ik terugkeerde op de parking wisten twee vissers te vertellen dat ze zelf ook slechts enkele te kleine wijtingen vingen maar dat er naast iemand zat die helemaal niet zo ver uitgooide en een emmer vol mooie wijtingen en zelfs een zestal scharren had. Blijkbaar moet je daar de plekken toch wel kennen. Volgende keer toch eens wat dichterbij vissen met één hengel. Gilbert S.
Gilbert Stynen