Lang geleden hebben we twee dingen besloten. Geen zomersessies meer aan het strand en in de rest van het jaar alleen nog maar in de schemering of in het donker. Dat leverde ons meestal mooie aantallen vis op. En toen kwam de avondklok. Tja, wat nu? Je wilt toch zo nu en dan eens je beaasde onderlijnen nat maken.
Vrijdag was het dan zo ver. Toch vissen en wel op onze favoriete stek bij overgang strandpaviljoen Vloed met laag water om 12.45. Vroeg op en dus ook vroeg thuis. Windkracht 4 tot 5 uit het zuiden, een graadje of 7 en van tijd tot tijd zon. De verwachtingen waren niet hoog, maar we waren wel vol goede moed. Op het strand was het wel kouder dan de voorspelling. En ver werpen was met die wind een illusie.
Al bij de eerste draai kwam er een monster van een vis te voorschijn. Gelijk het vergrootglas en later nog een microscoop erbij en toen wisten we nog niet wat het was. We houden het maar op een kruising tussen een puitaal en een donderpad en dat in de embryonale fase. De vis was korter dan de pier.
En dat was het. Helemaal niets meer, zelfs geen aanbeten. Gevist van 11.30 tot 15.30 en daarna maar de spullen ingepakt. Toen we kwamen stond er één visser met zoon en die was al lang weg toen wij afbraken. Er kwamen zelfs minder boten voorbij dan normaal.
We dachten al dat we er niets meer van konden, maar gelukkig lazen we in de vangstberichten van die dagen hetzelfde: niets, nada. Het lijkt wel of alles vertrokken is na die koude week. Maar ook dat is visserij. We konden in ieder geval wel zeggen dat we lekker uitgewaaid waren.
.
Don (Utrecht) en Sacco (Breda)